zondag 20 oktober 2013

Ich Bin Ein Apeldoorner...


Sinds een jaar of 40 woon ik in het grootste dorp van Nederland.  Nee, ik ben er niet geboren, maar zeker wel getogen. Of ik er blij mee ben? Allerminst! Ik woon in Apeldoorn.. de stad die te ver naar het oosten ligt om eigenwijs westers te zijn, en te veel in het westen ligt om bij het gemoedelijke oosten te horen. Apeldoorn… een stad met een identiteitscrisis, waar het maar moeilijk van af lijkt te komen.

Tot een aantal  jaar geleden.. Apeldoorn greep Sport aan om haar identiteit gestalte te geven. De zelfbedachte geuzennaam ‘Apeldoorn Sportstad’ was geboren en daarmee stond Apeldoorn op de kaart! En was het een holle kreet? Zeker niet!

Apeldoorn timmerde flink aan de weg! Zelfs letterlijk! Het Omnisportcentrum werd het steen geworden bewijs dat Apeldoorn sport hoog in het vaandel heeft staan.

Reed je 2 jaar geleden Apeldoorn binnen, dan zag je aan elke lantaarnpaal een fiets gemonteerd.. refererend aan de werelkampioenschappen baanwielrennen. Langzaam aan werd ik een beetje trots op mijn stadje.. kreeg ik steeds meer het idee dat ik als Sportmeneer, toch niet voor niks in dit Veluwse dorpje beland.  Er prijkt sinds 2 jaar zelfs een reuze racefiets op de rotonde aan de Zupthensestraat en sinds kort is daar het bekende AFAS tennisracket ook weer bijgekomen. Het doet me goed.. ik woon in een sportstad!

Het definitieve besef dat Apeldoorn in zijn missie lekker bezig is, kwam toen ik vorig jaar Ivan Lendl tegen Stefan Edberg zag tennissen… op nog geen kilometer van mijn ouderlijk huis!!

Maar toch…. Ergens ben ik bang.. doodsbang. Doodsbang dat het slechts een keurslijf is, die Apeldoorn net zo makkelijk weer uittrekt, als dat ze hem heeft aangedaan. Maar dat dames en heren laat ik niet zomaar gebeuren.

Ik heb een plan! Hét idee, waardoor Apeldoorn met recht kan zeggen dat ze een sportstad is! Onze stad heeft een wijk nodig met staten vernoemd naar sporthelden waar Apeldoorns bloed door heen stroomt.  De eerste de beste wijk die binnenkort uit de grond word gestampt gaan de volgende straatnamen krijgen:

De Edward Sturingstraat; De Gertjan Lieferslaan; Het Peter Boszpad; De Orhan Delibasstraat; De Leon van Bonsteeg; De Bas van de Goorstraat; De Jack Rozendaallaan; De Demy de Zeeuwsteeg; Het Paul Haldanplein en natuurlijk.. de Ans Schutstraat!

Ik doe bij deze een oproep aan de voltallige burgerij, inclusief burgemeester en wethouders.. Maak zaak van deze kwestie! Wil je Apeldoorn blijvend op de kaart zetten, dan is er geen simpelere manier dan je straten die namen te geven, die passen bij de allure die je wil uitstralen!

Ik sluit af met het geniale voorstel om 1 reeds bestaande Apeldoornse straat om te dopen tot de bedenker van dit geniale plan! Jawel…over een tijdje rijdt u niet meer over de John F. Kennedylaan, maar fietst u met trots over de Laan van Sportmeneer!

En als ik daar rij, over mijn eigen laan, dan schieten mij slechts vier woorden te binnen… Ich Bin Ein Apeldoorner !

Het zou mooi zijn als je toch ff schrikt!..


Heb je dat ook wel eens? Je loopt door de Hoofdstraat, je ziet een stadsgenoot, en zonder dat je het door hebt, ben je aan het oordelen. Een man in vale kleren, een onverzorgde baard.. zonder het heel bewust te doen, denk je.. Het lijkt wel een zwerver! Een puber die om half elf s’ochtends voor de HEMA hangt.. voor je het weet heb hem bestempeld als spijbelaar.
Iedereen doet het, iedereen oordeelt…. En ik dus ook.

Ik ben me daar ter plekke eigenlijk nooit echt heel erg bewust van, behalve bij één persoon! Steeds als ik in het centrum ben en ik haar zie rijden, denk ik.. ze moesten eens weten!

Het is een vrouw waarover je makkelijk kunt oordelen.

Ze zit in een simpele rolstoel, ik gok een jaartje of 55 oud. Ze duwt zichzelf voort met 1 arm. De andere arm heeft ze op haar schoot liggen. Wat ze mankeert weet ik niet, maar wat ik wel weet is, dat ze al heel lang in die rolstoel zit.

Als ik haar zie, overvalt mij vaak een gevoel van weemoed, en heel eerlijk heb ik ook een beetje medelijden met haar.

Waarom eigenlijk? Vind ik het zielig dat ze in een rolstoel zit? Gaat het mij aan het hart dat ze er zo aangedaan uit ziet? Voel ik mij schuldig dat Ik wél even snel wat boodschappen in de stad kan kopen en zij niet?

Ik weet iets van haar, wat de meesten niet weten.

De vrouw, die zich al rolstoelend, langzaam door het leven beweegt is meervoudig Olympisch kampioen! Ja dames en heren, u hoort het goed.. Olympisch kampioen!
Dat is toch bizar! Ze rijdt gewoon door ons eigen dorp! Als de grote onbekende, de aangedane, de hulpbehoevende, de anonieme… terwijl zij toch écht de top van Olympus bereikt heeft. Naast het pompje om haar banden mee op te pompen heeft ze thuis gewoon 4 Olympisch gouden medailles liggen! Vier dames en heren! Dat is toch niet normaal! En toen ik op haar naam ging googlen bleek zelfs dat zij Apeldoorns sportvrouw van het jaar te zijn geweest!!

Ik merk, dat ik mij schuldig voel als ik haar zie.

Waarom rust zij niet op haar Olympische lauweren? Hoe kan het zijn dat iemand, die het allerhoogste bereikt heeft, nu zo aan de kantlijn van het leven lijkt te staan?.. of in haar geval zit!
Zo’n kampioen moet toch op zijn minst geduwd worden! Haar rolstoel moet minimaal voorzien zijn van gouden spaken! En nee, ik bedoel dit niet spottend. Ik meen het!

En het schuldgevoel wordt eigenlijk steeds sterker. Ik ben nu zover dat ik mensen ga wijzen op het feit dat die vrouw in de rolstoel een Olympisch kampioen is, ongevraagd, want iedereen moet het horen! Iedereen zal het weten!

Dus let op! Als je binnenkort door de binnenstad van Apeldoorn loopt, schrik dan niet als je door een rare meneer wordt aangesproken die jou vertelt dat daar een Olympische kampioen rijdt. Het zou mooi zijn als je dan toch ff schrikt… Nee,  niet van mijn plotselinge bemoeienis, maar schrikt van het oordeel wat je onbewust gevormd had toen je haar zag.

En ik? Ans, de volgende keer dat ik je zie, dan spreek je aan… want ik ben gewoon eigenlijk heel erg benieuwd, hoe het nu écht met je gaat!

Hoe een campingbaas anders besloot..

Beste lezer. Ik ga u een verhaal vertellen over een campingbaas, die op een dag besloot dat hij wat anders wilde. Een overtuiging van een man, wat uiteindelijk heeft geleid tot één van de opmerkelijkste gebouwen in Apeldoorn.

Het was eind jaren ’80. In het kleine dorpje Emst, stond een mooie camping te koop, midden tussen de loofbossen en de breed glooiende weilanden. Een ambitieus man uit het westen van het land, besloot deze camping te kopen en er iets moois van te maken.

De man des huizes, Ton Eijkenboom,  ervoer al snel dat de camping hem niet het geluk zou brengen wat hij zocht. Hij verkocht de camping. Het bleek een blauwe maandag. Het gezin, afkomstig uit de regio Rotterdam, ging zich vestigen op de Veluwe. Ton en zijn gezin werden Apeldoorners.

Eijkenboom, in zijn jonge jaren een topsporter die in drie verschillende sporten de nationale selectie haalde, kreeg vooral naamsbekendheid als atletiektrainer. In 1968 zag hij als bondscoach hoe Bob Beamon een legendarisch wereldrecord ver sprong. In ‘88 was hij als bondscoach eveneens aanwezig op de Olympische Spelen en zag hij, een met doping overvoedde Ben Johnson al frauderend naar een gouden medaille sprinten.

Ná deze Spelen werd Ton dus campingbaas, voor Apeldoorn dus gelukkig slechts voor korte duur. Eenmaal in Apeldoorn wonend, werd Ton dé meerkamptrainer bij AV’34.

Het rare is dat aan Eijkenboom iets speciaals lijkt te kleven. In 1989 werd hij trainer van AV’34 en hoppa.. 2 jaar later lag er een mooie kunsttofatletiekbaan!

Apeldoorn had dus een bondscoach in zijn gelederen en dat zouden ze gaan merken ook! De ene na de andere atleet ging letterlijk met sprongen vooruit en al snel ontstond er een hechte groep van zo’n 20 atleten die allemaal met de landelijke en sommigen zelfs met Europese top mee konden. De ambities werden steeds hoger, steeds groter.

Zijn atleten werden Nederlands kampioen en deden zelfs mee aan wereldkampioenschappen. De roep om uitbreiding van de trainingsmogelijkheden werd steeds luider. In de tussentijd had Ton in zijn achtertuin een compleet krachthok gebouwd waar zijn atleten de ene na de andere halter omhoog drukte. Iedereen werd sterker, iedereen werd groter.. en daarmee ook, de wens om meer trainingsruimte!

Eijkenboom zag elk jaar met lede ogen de winterperiode weer naderen. Hij baalde als een stekker als het weer eens regende… en begon het te sneeuwen, dan werd hij bijna letterlijk witheet! De elementen zorgden ervoor dat zijn atleten niet de atletiekbaan op konden. Te glad, te nat.. het weer als aanstichter van blessures. De zorgvuldig uitgewerkte trainingsschema’s konden niet gevolgd worden en als toptrainer is dat nou eenmaal ondenkbaar!

Ton, had een idee! Waarom niet gewoon een klein spothalletje naast de atletiekbaan bouwen? Dan kunnen atleten ook bij slecht weer hun sprinttrainingen doen, blijft de kans op blessures klein, maar nog belangrijker.. kan iedereen zijn schema blijven afwerken!

De plannen werden concreter. Er kwam een bouwtekening op tafel voor een sporthal van 120 bij 22 vierkante meter. Kosten: 1,4 miljoen gulden! Hoewel de atletiekvereniging het niet aandurfde om bij te dragen aan dit project, kregen de Adelaar en Piet Zoomers Dynamo lucht van de plannen. Ook zij zagen wel brood in het hebben van een sportcomplex waar een dak op zit.

Na jaren van plannen maken, plannen uitbouwen en plannen wijzigen werd het zo concreet, dat de gemeente Apeldoorn zich er steeds meer mee ging bemoeien. Inmiddels waren de sportbonden en het NOC/NSF er ook betrokken bij geraakt.

In 2005 was het dan zover. De gemeente ging akkoord. Akkoord met de bouw van een klein sporthalletje naast de atletiekbaan!  Oh Nee! Het resultaat staat inmiddels al een paar jaar aan de Voorwaarts… Het Omnisportcentrum natuurlijk!!
Tot zover de ontstaansgeschiedenis van het Omnisportcentrum.

Soms dames en heren, hangt het leven aan elkaar van toevalligheden.
Voor hetzelfde geld, had het dorpje Emst nu een goedlopende camping gehad, met een gedreven campingbaas, die er alles aan deed om de camping zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Gelukkig besloot het lot anders.. en kan Apeldoorn nu trots zijn op een geweldig sportcomplex!

Een sportcomplex die ontstaan is uit een ambitieuze droom van een campingbaas!

zondag 8 september 2013

Leon van Bon


Leon van Bon.. Vorige maand reed hij zijn laatste wedstrijd als wielerprof.
Het had niet veel gescheeld of Leon van Bon was helemaal niet Apeldoorns beste wielrenner ooit geworden.

Van Bon, Apeldoorns bekendste wielrenner, was voor het grote publiek eigenlijk al lang gestopt. Zonder echt in de schijnwerpers te willen staan, reed hij de afgelopen jaren nog diverse profkoersen. Op de wielerbaan zelfs nog regelmatig mét succes!

Leon van Bon, ooit Nederlands kampioen, ooit derde van de wereld, ooit Olympisch zilveren medaille winnaar en ooit winnaar van 2 touretappes… Dat lijkt natuurlijk heel wat, maar niks is minder waar. Leon heeft geluk gehad. Het had niet veel gescheeld of een andere Apeldoorner was de beste ooit geworden. Ik leg het uit.

Leon was in de jaren 80 een junior die met kop en schouders boven de rest uitstak. Over Leon zei men:”zo’n talent kom je maar eens in de 25 jaar tegen!”. Elk weekend haalde hij met zijn prestaties wel de Apeldoornse courant. En als ik die krant uit had, dan hoefde ik op dinsdagavond maar naar buiten te kijken, of ik zag Leon aan ons huis voorbij rijden, achterna gezeten door zijn jongere broer Matthijs.

Ik was 16 en zat als ouder wordende puber er op te zinspelen, om mijn opwachting in het peloton te maken.  Zal ik mijzelf ook lid maken van de Adelaar? Ik weet dat ik een geschenk ben voor de vaderlandse wielersport!
Op een dag liep ik voor ons huis aan de Driehuizerweg. Het was dinsdagavond en wie kwam de hoek omzeilen? Juist… Leon van Bon. Hij zei “hey!”, en ging op de pedalen staan. Dit was het teken! Ik zinspeelde op een wielercarrière en Leon gaf zijn goedkeuring!

Al snel reed ik op mijn in Frankrijk gekochte Peugot fiets, mee bij de junioren. Mijn eerste training was gelijk op bekend terrein. Via Hoog Soeren en Halte Assel links het spoor over en omhoog richting Radio Kootwijk. De opdracht was simpel: zo hard mogelijk omhoog tot aan het viaduct over de A1. Dit was mijn kans! Het kleine peloton jonge jongens versnelde en ik ging met ze mee. Ik reed bijna helemaal vooraan en voelde de verbazing in mijn rug branden. Wat doet die vreemdeling daar voorin!? Ik voelde mij ongewenst, maar.. met dubbele moraal! Ze moesten er maar aan wennen, dacht ik! Met grote overmacht schakelde ik nog een keer bij en geselde ik mijn pedalen. Driehonderd meter later reed ik helemaal achteraan. Ik passeerde het viaduct met benen van zuur en een flink gedeukt ego.

Dit was het dus. De harde wetten van het wielrennen. De romantische gedachte dat mijn lot voorbestemd was, dat ik Neerlands beste renner ooit zou worden omdat ik nou eenmaal gek op wielrennen was én van spaghetti hield, spatte wreed uiteen.  Ik was terug op aarde. Ik was niet de opvolger van Leon van Bon.

Later bleek dat al die jongens een paar keer week zelfstandig ook nog hun trainingsrondjes maakten, weer of geen weer, zin of geen zin. Na 1 jaar lidmaatschap van de Adelaar en welgeteld 1 wielerkoers verder, hield ik het voor gezien. Dit was niks voor mij!

Mijn wielerego was gekrompen. Het enige wat gegroeid was, was mijn bewondering voor wielrenners in het algemeen, en voor Leon van Bon in het bijzonder. Trots was ik! Trots, toen hij zilver haalde in Barcelona, trots op zijn bronzen medaille op het WK in '98 en trots toen hij op een doordeweekse donderdag een touretappe won.

De man die derde van de wereld werd, is definitief gestopt. Beroepsrenner af. Leon, je was de beste. Bijna de beste van de wereld, zeker de beste van Nederland en helemaal de beste van Apeldoorn!

En als jij weer eens won, dan won ik een beetje met je mee.. En voelde ik mij stiekem toch, samen met jou, de beste van Apeldoorn.

donderdag 8 augustus 2013

CHILLEN!


Je hoort het steeds vaker.. “ik ga ff chillen!”. Het is een  normaal werkwoord geworden die verder gaat dan alleen straattaal. Chillen is als werkwoord opgenomen in de online versie van de Dikke Van Dale. De definitie aldaar is ‘zich ontspannen, relaxen’. Op zich al bijzonder dat een van origine Engels woord wordt uitgelegd middels een ander Engels woord, maar dat terzijde.

Zich ontspannen, relaxen.. daar word ik nou niet gelijk veel wijzer van. Wat zegt iemand mij als ie ff gaat chillen? Zit ie op een parkbankje ontspannen sigaretjes te roken? Pakt ie een goed boek? Laat ie een bad vollopen?

Ik begeleid jongeren en als ik vraag wat ze gaan doen vandaag, dan is best vaak het antwoord “oh, ik denk ff chillen straks”. Goed, dan weet ik dus nog steeds niks. Na de doorvraag ”hoe bedoel je?” krijg ik als antwoord “oh, met vrienden”.

Nu kan het aan mijn gebrekkige manier van vragen stellen liggen, maar ik krijg het gevoel met een kluitje het riet in te worden gestuurd. Te meer, omdat jongeren mij vaak aankijken met een verbaasde ‘wat begrijp je in vredesnaam niet van wat ik zeg-blik’.

Vroeger ging dat toch echt anders. Als mijn vader me vroeg, wat ik ging doen vanmiddag, dan gaf je antwoord. Concreet. Dan ging ik bij Michel gamen op de Commodore 64 (toen heette dat gewoon nog spelletjes spelen overigens). Of ging ik kikkerdril vangen bij het slootje. Stoepranden ging ik! Er bestond niet eens een woord om het moment van verantwoording slim te omzeilen.

Chillen dus. Het heeft de klank van nutteloosheid. De klank van het niets doen. Als ik een jongere hoor zeggen ‘ik ga ff chillen’, dan denk ik.. gevaar! Het heeft de klank van ‘ik ga ff met vrienden ergens op een hoek van een straat staan en kijken of we passanten uit hun comfort-zone kunnen jagen’. Als je gaat chillen, dan doe je een wedstrijdje wie de hardste boer kan laten nadat je een blikje Red-Bull hebt leeggedronken. Ik maak me zorgen om deze onverschillige jeugd van tegenwoordig die hun tijd lijkt te verdoen met ‘hangen’. Ga wat met je leven doen! denk ik dan.

Maar wacht! Wat nou als deze chill-sessies worden gevuld met het doornemen van de dag? Dat jongeren ergens buiten samenkomen om zaken te bespreken waar ze tegen aanlopen? Daar waar ze hun onzekerheden met elkaar delen.  Een moment waarop de mooiste raps ontstaan, waarop een jongen wordt gemotiveerd door zijn matties om toch door te gaan met zijn studie ondanks de slechte cijfers.

Wat nou, als je het werkwoord ‘chillen’ vervangt door ‘even bijpraten met vrienden’?

Hoeveel zorg is er nu bij jou weggenomen?
Chille gedachte toch!




maandag 10 juni 2013

De Ventoux, confronterend en overweldigend!

De mensenmassa zwelde aan. Het gerucht ging dat ze er aan kwamen. Iedereen tuurde de weg af naar beneden, zoekend naar bewegend zweet vanuit het dal. Nog geen helikopters, dus het kon nog wel even duren.

Zelf had hij niet gedacht dat de dag zo mooi zou eindigen. In de ochtend stond hij nog op met de gedachte dat hij wel ging kijken hoe het zou gaan. Geen idee wat hij kon verwachten die dag. Het ontbijt stond al om half 6 voor zijn neus, een kop koffie een half uur later. Op het programma de etappe Bedoin - Ventoux - Bedoin - Ventoux. De pers was er vol opgedoken en sprak en masse zijn verwachting uit over een mooie Nederlandse dag op de Kale Berg. 
Bij de tweede kop koffie kwam de twijfel.. Wat nou als ze bij Chalet Reynard verwachten dat ik even stop om de meegereisde supporters te begroeten? Dat zou ten koste gaan van zijn klimtijd en van zijn uiteindelijke klassering! Zou hij het kunnen maken om de fans te bedanken door bij Reynard al opschakelend de binnenbocht vol te nemen en als een duivel de laatste 6 kilometer staand af te raffelen?

De etappe kende een ontspannen start. Het peloton besloot de aanloop naar de Ventoux rustig aan te doen. Het had meer weg van een sociëteit van heren van het smalle zadel die elkaar moed aan het inpraten waren. Hij was geen ochtendmens en aldus geen prater en besloot na 2 km het peloton te verlaten.
De klim op de Ventoux was inmiddels begonnen. Al snel bleek dat hij serieuze benen had. Het bos bleek minder gevaarlijk dan hij zich had voorgesteld. De positief euforische gedachten waren dan ook niet van de lucht en met een overschot aan energie kwam hij het bos uit. Hij schrok!

Shit, daar staan ze! Wat moet ik nou? dacht hij. Stoppen, of toch voldoen aan de wens van alle meegereisde supporters? Door zijn goeie benen was hij compleet vergeten dat het helemaal niet ging om het winnen van de etappe vandaag, maar om het SAMEN beleven van deze dag! Het stoppen bij Chalet Reynard werd een eerste hoogtepunt van zijn dag!

Na 5 minuten pauze op Reynard namen de benen de macht over en voor hij het wist klom hij door het kale landschap richting de top. Een knuffel van een dierbare op 1912 meter hoogte was een mooie beloning, waarna de afdaling richting Bedoin werd ingezet.
Gedurende de afdaling richting Bedoin en de daarop volgende ravitaillering, smolt een compleet peloton oranje renners samen, met onder hen Theo de Rooij en Johan van der Velde.

Onder luid gejuich van toeschouwers begonnen zij aan de 2e beklimming van de Ventoux. Al snel bleek dat veel renners een kleiner verzet besloten te rijden. Eenmaal in het bos keek hij achterom en tot zijn verbazing had hij de leiding genomen op de Ventoux! De helikopters dacht hij er zelf maar bij. Gedurende 5 kilometers waande hij zich de gedroomde opvolger van Rooks & Theunisse. Mooi hoe de geest maskerend kan werken op de zich aandienende vermoeidheid. 

Halverwege het bos werd hij ingehaald door een collega oranje-klant en dit gebeurde tot op Reynard nog drie keer. Als vijfde renner laste hij wederom een tussenstop in, deze keer zeker niet vanuit weelde. Eén banaan en een candybar later stapte hij op voor de laatste 6 klimkilometers van de dag. Met negen oranjerenners voor hem wist hij wat hem te doen stond.

Met nog anderhalve kilometer te gaan passeerde hij het monument van Tommie Simpson. Hij keek er naar en tot zijn verbazing zag hij daar...Theo de Rooij! Die had hij mooi te pakken voor de top dacht hij. Hij zette nog een keer aan en zag wederom 3 renners geparkeerd staan.. Er reden er nog 3 voor hem. Met nog 200 meter te rijden wist hij zijn eindresultaat.. Vierde op de Ventoux, klasse! De laatste haarspeldbocht werd één grote ovatie voor.... Theo de Rooij! Waar kwam die opeens vandaan?! Theo nam de buitenbocht, en hij wist dat er maar 1 manier was om Theo alsnog voor te blijven.. de binnenbocht. Deze bleek meer op een muur waar je je fiets tegenaan parkeert. Vijfde! 

"Geklopt door Theo de Rooij in de laatste bocht van de Ventoux.. Als klein jongetje droomde ik al van een dergelijk duel. Mijn dag kon niet meer kapot, maar nog belangrijker.. de hele dag heb ik genoten van Tour du ALS 2013. Wat een geweldige ambiance en wat een mooi SAMEN zijn. Confronterend en overweldigend! Er is veel geld opgehaald en laten we dat maar lekker blijven doen de komende jaren!"  

zondag 12 mei 2013

Glide for pink!

Sir Bradley Wiggins. Met zo'n titel ga je toch met opgeheven hoofd door het leven. Tenminste dat zou je denken. Wereldkampioen, Olympisch kampioen, Tourwinnaar. Tijdens deze Giro blijkt echter anders.. Wiggins oogt gespannen, soms geïrriteerd en in de bochten wankel. Helemaal wanneer ze nat en bergaf zijn.

Waarom Bradley? Dat is toch nergens voor nodig! Je weet wat winnen is en zelfs in die mate, dat je als sir door het leven mag gaan. Een sir met twijfels.. een contradictio in terminus of zoals Smeets zou zeggen.. les extrêmes se touchent.

Het kon echter wel eens niets meer dan logisch gedrag zijn. Hij die alles gewonnen heeft, waarvan de verwachtingen hoog zijn en deze op de eerst volgende grote afspraak niet waar kan maken. Een fenomeen die zich wel vaker manifesteert in de sport.

Wat als het brein verzadigd is, verzadigd met succes? Dan verliest het vroeg of laat de focus, de wil om te presteren, laat staan om te winnen. Een sportleven lang kwelt de topsporter zichzelf met onzekere gedachtes, totdat de beoogde prestatie behaald is. Maar voor deze top van Olympus bereikt is, heeft de sporter bidonnen vol twijfels tot zich genomen. Er zijn altijd collega-atleten die beter zijn en dat maakt elke prestatie relatief. Aan elke prestatie zit de menselijke 'maar' gekoppeld. Luister naar een willekeurig interview van een voetballer die gevraagd of hij tevreden is met zijn vertoonde spel. Altijd zal het antwoord zijn dat het beter kan. Dit drijft de topsporter tot nog meer arbeid en het daarbij behorende nog verder opgetrainde sportlijf.

Terug naar sir Bradley.. Het sportjaar 2012 bracht hem ultieme successen, stond hij op de top van Olympus. Alle twijfels waren overwonnen, inclusief alle maaren. 

Maar..... hoe kom je tot hogere trainingswaarden als je niet meer hoeft te twijfelen? Juist, dan ga je dus gewoon weer twijfelen! 

Wiggins is op dit moment een zeer degelijk fundament aan het leggen voor een tweede periode van heerschappij. Elke afdaling grijpt hij aan als een moment om zijn onzekerheid te voeden. Elke natte bocht omlaag probeert hij zijn lichaamszwaartepunt nog hoger te krijgen.

Voor Wiggins is deze tot nu toe natte Giro dan ook een grote zegen. Benieuwd hoe twijfelachtig zijn prestaties nog gaan worden de komende 2 weken. Glide for pink?  

donderdag 3 januari 2013

En toen zei Dekker :"Ik ben een schilderijhaakje!"

Het was een memorabele avond. Het was maart 2013, iedereen keek er naar uit. Al weken lang gonste het van de geruchten dat er open kaart gespeeld zou gaan worden. Niemand wist het zeker.

En toen opeens.. toen kwam de aankondiging. Direct na het 6 uur journaal van de NOS de aankondiging dat later die avond, de reeds geplande programmering plaats zou maken voor een éénmalige uitzending. Niemand minder dan Mart Smeets keek ons aller aan met indringende blik en dito baard. Mocht hij die laten staan? Ja, dat mocht hij.

Heel Nederland trommelde elkaar op. Ons Aller Heilige, zoon van God Jean Nelissen, had verteld over een groots mea culpa van de renners van toen. Iedereen spoedde zich huiswaarts. Etentjes werden afgezegd, voetbalavonden gecanceld, uitgebreid koken werd een afhaalchinees.

En wat was het smullen!! Nee, niet de chinees van om de hoek. Nee, de ene openbaring ná de ander. De jongens namen geen enkel blad voor de mond! Ze vochten bijna letterlijk om de microfoon. De Mart hoefde eigenlijk niks te doen die avond! Wat een feest. Renners die de druk niet langer aan konden en zichzelf moedwillig aan de publieke schandpaal nagelden. En als een renner niet het achterste van zijn tong liet zien, dan lapte een andere tafelgenoot hem er wel bij!

Oh en Boogie... wat was je goed die avond! Wat vertelde je mooi over je zegetocht op La Plagne. Toen je zei dat je de avond ervoor eigenlijk al wist dat je die etappe ging winnen, omdat je wist dat jouw hematocriet nét ff wat hoger was dan normaal. Dat je zo opgelucht was toen je s'avonds de beelden zag van je zegegebaar met de door jou gekuste kettingen, dat het nét leek alsof je écht blij was. 

Thomas Dekker was trouwens ook aardig aan de klets. Dit keer geen cryptische halfzinnen, maar gewoon zeggen waar het op staat. Je vroeg de kijker of we nog die beelden herinnerden dat jij aan kop van het peloton sleurde bergop en dat je dat zo lang vol hield. Wat stelde jij je kwetsbaar op toen je zei dat je nog nooit met zo'n groot schuldgevoel had rondgereden en dat je bang was dat de mensen thuis konden zien dat je schaamrode kaken niet van de inspanning kon zijn. Zo als jij je ballen op het blok legde die avond, dat zie je zelden!

De avond kreeg trouwens een hoogtepunt toen Steven de Jongh met een infuus voordeed hoe hij epo bij hem zelf toediende en daarin werd geassisteerd door Erik Dekker die de bloedzak omhoog hield en zei:"Ik speel nu natuurlijk het schilderijhaakje haha". Hilarisch was dat!

En zo werd die avond bekend dat de vraag 'hoeveel water heb jij gedronken?' zo veel betekende als 'hoeveel epo heb jij toegediend'. Mart grapte er overheen dat de term waterdragers nu wel een héél andere lading had gekregen. Iedereen lachte uit volle borst, de sfeer aan tafel was goed.

Mart sloot de avond treffend af door op te biechten dat hij alle tijd van alles op de hoogte was geweest. Dit zette hij mooi kracht bij door te anekdoten over die keer dat hij direct na een interview met Michael Boogerd, door diezelfde Boogie werd gevraagd of hij binnenkort nog in de buurt van Oostenrijk kwam en daar bij een plaatselijke apotheker een bestelling vitaminen (Mart knipoogde naar Boogie) kon oppikken en dit ook gedaan heeft.

Daarmee kwam een einde aan een uur lang opbiechten van het zuiverste soort. Alle renners waren ronduit uitgelaten. Blij dat het erop zat, blij dat ze eindelijk eerlijk konden zijn.. hun geweten was gezuiverd, ze konden met een gerust hart gaan slapen.. En inderdaad, het laatste woord was voor Dalida.. Buenas Noches Mi Amor.