zondag 15 juli 2012

Mannen blijven kinderen

Elk jaar in de maand juli overvalt mij hetzelfde fenomeen. Een fenomeen die ik als onvolwassen gedrag zou willen bestempelen. De Tour de France is aanstaande en ik krijg kriebels om ook op de fiets te stappen. Nu heb ik thuis een racefiets staan en ligt er in de kast een aantal kledingstukken van wielerploegen van weleer. Als een ware retro-prof maak ik wat kilometers in de buurt van mijn huissie, in de maand juli permanance genaamd.

Zo fietste ik begin deze middag een mooi rondje over de Veluwe (Emst - 't Harde - Oldebroek - 't Harde - Epe - Emst). Tijdens de tocht kom ik voldoende mede-weggebruikers tegen, het is tenslotte zondag. Bij iedere passant denk ik, zouden ze mij aanzien voor een volwaardige renner? Zijn er bij die wellicht denken dat ik een prof ben? Ik check in de weerspiegeling van een aantal huizen hoe mijn positie op de fiets is.. rechte rug, bijna horizontaal? Ik zie dat ik het nog niet verleerd ben. Het zou dus kunnen dat mensen mij op waarde schatten! Of overschatten, maar dat vind ik prima. Het korte colletje bij 't Harde, de Knobbel genaamd, rijd ik zo hard als ik kan op. Ik heb een appje geinstalleerd (Strava) om de tijd te tracken en te vergelijken met mijn ineens vleesgeworden concurrenten. Vlak voor het startpunt voel ik een enorme spanning opkomen.. Ben gewoon vet zenuwachtig! Ik neem nog snel een slok, leeg mijn neus en schakel nog 1 keer bij om met het goede verzet te beginnen. Als een malle knal ik naar boven. Na 550 meter bereik ik de top. Het blijft de Veluwe, dus helaas betreft het hier lengtemeters en geen hoogtemeters. Na later blijkt, heb ik de 20e tijd gereden. Het nadeel is, dat deze tijd nu ook wereldwijd geregistreerd staat en dat mijn naam daaraan gekoppeld is. Het voelde als een kleine ontmaskering.. Inderdaad dames en heren. U zult het niet geloven, maar.. ik ben inderdaad geen prof! Al uittrappende in het achterland richting Oldebroek vijzel ik mijn ego op, door telkens door mijn schaduw bevestigd te zien worden dat mijn fietshouding er één is van een pure stylist.

Rustig verder pedallerend bereik ik de gemeentegrens van Epe. Ik rijd door een woonwijk heen, op m'n gemakje.. handen van het stuur, altijd al fijn gevonden. Als een soortement patron de materie vanuit een hoger perspectief meester zijn, knietjes bij elkaar.
Deze roes wordt bruusk verstoord door 3 jongetjes, die van rechts op een hun fietsjes een klein zijstraatje uit komen denderen. Ik grijp vanuit mijn reflex het stuur en binnen deze zelfde seconde wil ik mijn reactie voorzien van een boze kreet. Het jongetje wat achteraan fietst, kijkt schuin links achterom, zoekt oogcontact met me en zegt: "Dit is de laatste etappe!". Hij zet de achtervolging in op zijn 2 vriendjes en slaan rechtsaf het volgende zijstraatje in. Wat was mijn glimlach groot!
Daar fietste ik, op een simpele zondag in juli in het stille Epe en ik besefte mij.. dat jongetje dat was ik! Zo deden wij dat vroeger ook. Ik was altijd Breukink, nooit iemand anders. Benieuwd welk alter-ego dat jongetje zichzelf heeft toegedicht. Maar wat was het kadootje groots! Het bestaat nog, jongetjes van 8 die het woord 'etappe' in de juiste context en juist gesproken weten te bezigen!

En het jongetje moest eens weten dat hij een jaar of dertig later met dezelfde onbevangen kinderlijke gedachtes nog steeds zijn rondjes zal rijden!

zaterdag 7 juli 2012

Toeval bestaat niet

Ik weet niet hoe u naar de pijnlijke etappe van gister gekeken heeft, maar ik bleef achter met een apart onderbuikgevoel die ik maar moeilijk kan duiden. De afgelopen week keek ik immer met gekruisde vingers naar weer een vlakke rit, hopend dat de mannen van Duitsen bloed zonder schade de streep zouden bereiken. En wat ging dat goed! Iedere avond zag ik de montere koppies van Mollema en Gesink, die de zaak meester bleken te zijn. Ook Kruijswijk reed rond met een routineus hoofd. Er reed een andere raboteam rond dan de afgelopen jaren. Een team die boven de materie leek te staan. Alsof ze van te voren al wisten wat er te gebeuren stond.

En toen dus die etappe van gister. Zoals ik al zei, ik heb er een onderbuikgevoel aan over gehouden. Deze werd gevoed door een zelfde emotie als waar Gesink en consorten mee rond reden.. De emotie van 'het zien aan komen en erin berusten'. Maar wat werd ik blij bij het aanschouwen van de eerste reacties van de renners na afloop! Gesink heeft gister meer huid op het asfalt laten liggen, dan dat hij heeft meegenomen richting de streep, maar met een soms zichtbare grijns en ogen die meer wisten, gaf hij woorden aan wat hij meemaakte het uur daarvoor.
Ik kan maar tot één conclusie komen.. Robert Gesink is een stapje dichter bij de status van verlichting en is tot het besef gekomen dat niets voor niets gebeurt. Het besef dat toeval niet bestaat en alles een reden heeft.
En zo heeft Robert zijn val in de tour van vorig jaar ook kunnen duiden. Hij heeft zijn val en alle gevolgen die dat heeft gehad, kunnen omarmen en kunnen vertalen naar iets positiefs. Sterker nog. Die val was nodig om een bepaald proces door te gaan om er vervolgens sterker uit te komen. Die val was een investering in toekomstig toursucces, een noodzakelijke gebeurtenis. Hoe pijnlijk een val op het moment zelf ook zal zijn, Robert is blijkbaar in staat om na afloop met een glimlach deze fysieke gebeurtenis te aanvaarden. Een lach ingegeven door wijsheid.
Robert stapt zo op de fiets voor de etappe richting Planche des Belles Filles met in zijn achterzak de wetenschap dat hij gister is bevestigd in waar het om gaat in het leven.. en dat toe-val niet bestaat.