Stel, je hebt een buikje. En stel, je bent de 40 gepasseerd. Dan is de kans groot dat je gevoelig bent voor compenserende
zaken. Zaken zoals daar zijn, de fiets met al zijn toebehoren.
Je hebt een leuke baan en via het fietsplan van je werkgever
kun jij voor minder geld een racefiets kopen. Slim gedaan jongen!
Je vrouw heeft je inmiddels 10 keer uitgelachen toen jij dat
strakke pakje aanhad en jij deed dan net alsof je dat niks deed en genoeg had
aan je eigen oordeel. Buik in, borst vooruit.
Natuurlijk was het wennen, dat geklungel met die schoenen en
die pedalen. Maar tot nu toe lukt het je goed om quasi nonchalant en vooral op
tijd je schoenen er in en er uit te krijgen. Tot nu toe kom je over als een geoefende
wielrenner.
Je ongeschoren benen verraden natuurlijk dat je een eerste
klas koekenbakker bent, maar het gaat je te ver om je van die homobeentjes aan
te laten meten. Ik compenseer dat wel door wat harder te trappen. Ik hoor het
je zeggen.
Je eerste ritjes verrijd je in een roes en je belandt linea
recta in een wereld van echte mannen waarin louter met de benen gesproken
wordt. De wereld om je heen kan aan jouw snelheid, fietshouding en soepele
pedaaltred zien dat onzekerheid in jouw woordenboek niet voor komt. Het oordeel
van de buitenwereld laat je voor wat het is en dat benadruk je nog eens extra
door het dragen van een té coole blauwspiegelende racebril.
Uiteraard heb je een Strava-account en je schroomt niet om
je verreden ritjes op je facebookpagina te zetten, zodat iedereen kan zien
hoeveel bekertjes je dit keer weer bij elkaar hebt gefietst. Om je prestatie
nog meer glans te geven, noem je je
ritjes ‘ff de beentjes losfietsen’ of ‘evening ride’. Iedereen moet zich nu wel
afvragen hoe jij zomaar zonder al te veel inspanning al die bekertjes bij
elkaar trapt! Je bent een speciale.
Het duurt niet lang of je hebt een aantal fietsmaten om je
heen verzameld. Ook allemaal een buikje, ook allemaal een mooie fiets. Niet zo
mooi als die van jou. Prima.
Tijdens één van de vele autoritten in je geleasde Volkswagen
station richting Limburg, smeedt je met een aantal fietsbroeders het plan, om
een week te gaan fietsen over echte bergen. Jullie benen en geest worden wat
lui van weer de Cauberg en de Keuteberg.
In een gezamenlijke avondsessie met bier en chips word het
web afgestruind. Een mooie 6 persoons bungalow aan de voet van Alpe d’Huez is
het resultaat. Het binnen krijgen van de bevestigingsmail van de eigenaar, is
tevens de bevestiging dat jij je als renner enorm ontwikkelt hebt. En als mens.
Jouw benen hebben weerstand nodig, je hoofd is klaar voor de volgende trede op
de pyramide van Maslow.
Je wordt wakker, opent de gordijnen en daar zijn ze.
Besneeuwde Alpentoppen roepen jouw naam.
Zes mannen aan 1 tafel, zittend in hun strakke fietsbroekje.
Yoghurt, muesli, jam, bruine bolletjes, bananen en energierepen vullen de
tafel.
De ruggen en de banden afgetankt, wordt er begonnen aan De
Alp. Aan tafel was reeds afgesproken dat iedereen in eigen tempo naar boven zou
rijden. En dat er boven koffie zou worden genuttigd. Jij wist dat jij degene
zou zijn die dat tafeltje als eerste zou bereiken.
Tijdens de klim had je al bedacht hoe je erbij zou zitten
als de rest uiteindelijk ook aan jouw tafeltje kwam zitten. Handschoenen af,
helm af, fietsshirtje los, ademhaling laag en als alles meezit… ook al een lege
koffiekop.
Alles ging zoals jij had gepland. De eerste kop koffie was
besteld, terwijl je daar zat.. helemaal alleen. Het ultieme bewijs van jouw
onsterfelijkheid. De veertig gepasseerd, maar het leven had op jou geen grip.
Je ongeschoren benen, je strakke broekje, je korte sokken. Jij, als levend
bewijs dat je zelf kunt bepalen wanneer je op de toppen van je kunnen wilt
zijn.
En dat was dus nu, jouw top, Alp d’Huez. Nogmaals, je bent
een speciale.
Na een half uur zat je daar, jij, met de 5 anderen. Gezessen
aan een verdiende cappuccino. De verhalen waren groot. Helden en hun verhalen.
Uniek in hun soort. De strijd gestreden. Met elke haarspeldbocht was weer een
veldslag gewonnen.
Op de top van Alpe d’Huez. Tevreden keek je om je heen.
Overal waar je keek, groepjes mannen aan tafeltjes. Allemaal
een buikje. Allemaal een cappuccino. Voor het restaurant een paradijs aan mooie fietsen. Een
renner kwam voorbij. Hij was bijna boven. De eerste van zijn groepje. Ik gok
een jaar of 45. Hij keek al pedalerend het terras op. Op zoek naar bewondering.
Hij hoopte op complete tafels, die zich en masse omdraaiden om te zien wie daar
naar boven kwam.
Je zag dat niemand keek. Je had medelijden. Medelijden met
de man, maar eigenlijk medelijden met jezelf. De man maakte je maar één ding
duidelijk.
Je bent geworden tot een doelgroepje. De 40 gepasseerd.
Goeie fiets onder de kont en met ongeschoren benen trappend richting eeuwige
jeugd.
Stakker ben je. I love it!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten