Ze slaapt inmiddels al een paar uur. Ik zap sindsdien van
kanaal naar kanaal. Ik probeer het te begrijpen. Te snappen waarom gebeurde wat
er is gebeurd. Telkens leidt het tot een opwelling van onrechtvaardigheid. Het
klopt niet wat er gebeurde vandaag.
Hij nam de bocht slechts 1 meter te ruim. Het kan niet zo zijn
dat een bocht 1 meter te ruim nemen, kan leiden tot zo’n groot negatief
resultaat.
Vier keer per uur komt het tot een implosie tussen m’n oren.
‘Het kán gewoon niet!’ mompel ik terwijl ik hoofdschuddend m’n koffie inschenk.
Alles heeft een reden. Daar geloof ik heilig in. Maar deze
ontgaat mij. Een renner die de afgelopen weken alles goed deed. De renner met
de beste benen. Maar ook de renner met het meest onschuldige gezicht.
Kruijswijk reed de afgelopen dagen rond met een gelaat die verraadde dat hij
zelf ook niet zo goed snapte wat er te gebeuren stond. Hij deed gewoon wat hij
graag doet en deed dat net iets sneller dan de rest.
Ik hoor net dat hij een scheurtje in een rib heeft en op tv
zie ik een mank lopende renner. Mijn hoop op een doorstart morgen is aan het
verdampen.
Gaat Kruijswijk dan écht de geschiedenis in als vaderlands
minst gelukkige renner allertijden? Ik ben er héél erg bang voor. Maar mijn ongeloof doet deze angst gelijk de kop weer in
drukken. Ook deze status past niet bij Steven Kruijswijk.
Wat vandaag gebeurde is niet gebeurd. ‘Het kan gewoon niet!’.