Het was eind jaren ’80. In het kleine dorpje Emst, stond een mooie camping te koop, midden tussen de loofbossen en de breed glooiende weilanden. Een ambitieus man uit het westen van het land, besloot deze camping te kopen en er iets moois van te maken.
De man des
huizes, Ton Eijkenboom, ervoer al snel dat
de camping hem niet het geluk zou brengen wat hij zocht. Hij verkocht de
camping. Het bleek een blauwe maandag. Het gezin, afkomstig uit de regio
Rotterdam, ging zich vestigen op de Veluwe. Ton en zijn gezin werden
Apeldoorners.
Eijkenboom,
in zijn jonge jaren een topsporter die in drie verschillende sporten de
nationale selectie haalde, kreeg vooral naamsbekendheid als atletiektrainer. In
1968 zag hij als bondscoach hoe Bob Beamon een legendarisch wereldrecord ver
sprong. In ‘88 was hij als bondscoach eveneens aanwezig op de Olympische Spelen
en zag hij, een met doping overvoedde Ben Johnson al frauderend naar een gouden
medaille sprinten.
Ná deze
Spelen werd Ton dus campingbaas, voor Apeldoorn dus gelukkig slechts voor korte
duur. Eenmaal in Apeldoorn wonend, werd Ton dé meerkamptrainer bij AV’34.
Het rare is dat aan Eijkenboom iets speciaals lijkt te kleven. In 1989 werd hij trainer van AV’34 en hoppa.. 2 jaar later lag er een mooie kunsttofatletiekbaan!
Apeldoorn
had dus een bondscoach in zijn gelederen en dat zouden ze gaan merken ook! De
ene na de andere atleet ging letterlijk met sprongen vooruit en al snel
ontstond er een hechte groep van zo’n 20 atleten die allemaal met de landelijke
en sommigen zelfs met Europese top mee konden. De ambities werden steeds hoger,
steeds groter.
Zijn atleten werden Nederlands kampioen en deden zelfs mee aan wereldkampioenschappen. De roep om uitbreiding van de trainingsmogelijkheden werd steeds luider. In de tussentijd had Ton in zijn achtertuin een compleet krachthok gebouwd waar zijn atleten de ene na de andere halter omhoog drukte. Iedereen werd sterker, iedereen werd groter.. en daarmee ook, de wens om meer trainingsruimte!
Eijkenboom zag elk jaar met lede ogen de winterperiode weer naderen. Hij baalde als een stekker als het weer eens regende… en begon het te sneeuwen, dan werd hij bijna letterlijk witheet! De elementen zorgden ervoor dat zijn atleten niet de atletiekbaan op konden. Te glad, te nat.. het weer als aanstichter van blessures. De zorgvuldig uitgewerkte trainingsschema’s konden niet gevolgd worden en als toptrainer is dat nou eenmaal ondenkbaar!
Ton, had een
idee! Waarom niet gewoon een klein spothalletje naast de atletiekbaan bouwen?
Dan kunnen atleten ook bij slecht weer hun sprinttrainingen doen, blijft de
kans op blessures klein, maar nog belangrijker.. kan iedereen zijn schema
blijven afwerken!
De plannen werden concreter. Er kwam een bouwtekening op tafel voor een sporthal van 120 bij 22 vierkante meter. Kosten: 1,4 miljoen gulden! Hoewel de atletiekvereniging het niet aandurfde om bij te dragen aan dit project, kregen de Adelaar en Piet Zoomers Dynamo lucht van de plannen. Ook zij zagen wel brood in het hebben van een sportcomplex waar een dak op zit.
Na jaren van plannen maken, plannen uitbouwen en plannen wijzigen werd het zo concreet, dat de gemeente Apeldoorn zich er steeds meer mee ging bemoeien. Inmiddels waren de sportbonden en het NOC/NSF er ook betrokken bij geraakt.
In 2005 was
het dan zover. De gemeente ging akkoord. Akkoord met de bouw van een klein sporthalletje
naast de atletiekbaan! Oh Nee! Het
resultaat staat inmiddels al een paar jaar aan de Voorwaarts… Het
Omnisportcentrum natuurlijk!!
Tot zover de
ontstaansgeschiedenis van het Omnisportcentrum. Soms dames en heren, hangt het leven aan elkaar van toevalligheden.
Voor hetzelfde geld, had het dorpje Emst nu een goedlopende camping gehad, met een gedreven campingbaas, die er alles aan deed om de camping zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Gelukkig besloot het lot anders.. en kan Apeldoorn nu trots zijn op een geweldig sportcomplex!
Een sportcomplex die ontstaan is uit een ambitieuze droom van een campingbaas!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten